Een documentsjabloon kan bestaan uit meerdere "onderdelen". Denk bij een offerte bijvoorbeeld aan een voorblad, een inleiding, de prijsopgave zelf en eventueel nog een nawoord. Dit zijn voorbeelden van onderdelen. In IAMD ERP spreken we hier van "pagina's". Zo kan één documentsjabloon bestaan uit zo veel onderdelen als je wil. Je maakt dan één pagina aan per onderdeel.

De onderdelen van een documentsjabloon vind je via Instellingen > <naam van entiteit> => Documentsjablonen => Pagina's (onderaan)

Algemene instellingen voor een pagina

Nr.	Omschrijving	Meer informatie
1.	Naam	Dit is een omschrijving van het onderdeel van de pagina en is alleen hier zichtbaar. Dit wordt nergens anders op de afdruk vermeld.
2.	Marge boven in cm	De marge vanaf de rand van het papier tot aan het begin van de afdruk
3.	Marge onder in cm	De marge vanaf de onderste rand van het papier tot aan het begin van de afdruk.
4.	Marge links in cm	De marge vanaf de linkse rand van het papier tot aan het begin van de afdruk.
5.	Marge rechts in cm	De marge vanaf de rechtse rand van het papier tot aan het begin van de afdruk.
6.	Aangepast papierformaat	Indien u niet naar A4-papier zou afdrukken (bij bv. een etiket) vink je dit aan. Je krijgt dan de mogelijkheid om de breedte en de hoogte in cm in te stellen.
7.	Toon koptekst	Indien u koptekst wil toevoegen aan alle pagina's van dit onderdeel, vinkt u dit aan. U kan dan de hoogte van de koptekst in cm instellen.
8.	Toon voettekst	Indien u voettekst wil toevoegen aan alle pagina's van dit onderdeel, vinkt u dit aan. U kan dan de hoogte van de voettekst in cm instellen.

De editor

Het eigenlijke documentsjabloon zet je in de editor die centraal op de pagina staat. Deze tekst-editor geeft een vrij afdrukgetrouwe weergave van hoe het eruit zal zien wanneer je het straks afdrukt. Het is hier dat je de tekst en de gegevens die op de afdruk zullen verschijnen zal toevoegen.

In het voorbeeld hieronder zie je een voorbeeld van hoe de afdruk eruit zal zien, waarbij de echte informatie (bv: de nummer van het verkooporder, de gegevens van de klant, ...) vervangen werden door dynamische tags. Deze tags staan tussen rechte haken (bv. [KLANT_NAAM]) en worden vervangen door de echte informatie op het moment dat het documentsjabloon afgedrukt wordt.

Je leest in volgende 2 helpdeskartikels meer over hoe je tags op een document zet. Uiteraard hoef je die tags niet van buiten te leren, want je kan deze in de editor zelf opzoeken. Je leest hoe dat moet in het eerste helpdeskartikel hieronder:

Hoe maak ik gebruik van tags in e-mails en documenten?
Welke 'verborgen' tags zijn er allemaal?

Als je een kleine aanpassing aan een documentsjabloon zou willen doen raden we aan om altijd even een kopie van het documentsjabloon te maken en daarop je aanpassing te proberen. Zo verstoor je geen andere collega's die net een verkoopfactuur willen uitsturen die jij aan het bewerken bent, bijvoorbeeld.